'Na de zware verliezen aan het Oostfront in 1941 en 1942 en met in het vooruitzicht de nieuwe geplande offensieven in 1943 kwam het bevel vanuit Berlijn om manschappen te leveren vanuit de Duitse luchtmacht. Maarschalk Göring (de toenmalige aanvoerder van de Luftwaffe) wilde hier wel aan tegemoet komen, maar alleen als de nieuwe grondtroepen onder zijn commando bleven.'
De opzet was een 200 tot 250 duizend mannen, onderverdeeld in nieuwe divisies genoemd 'Felddivisionen' (velddivisies), elk voorzien van tenminste twee Jager regimenten (lichte infanterie), samen met artillerie, cavalerie en andere ondersteunende eenheden en een eigen HQ. De eerste divisies werden opgericht vanaf oktober 1942.
De soldaten binnen deze Felddivisionen
droegen hun oude Luftwaffe uniformen. Een enkele aanpassing was alleen de 'Jagergrun'
kraagspiegels, met daarnaast de bies van de epaulet in de kleur van de desbetreffende
'Waffengattung' (divisie tak, divisie eenheid) waar men aan toebehoorde. Was men bijvoorbeeld een soldaat binnen een 'flak' eenheid van een Felddivision, droeg je groene kraagspiegels (met of zonder rode bies) met de daarbij behorend epauletten ook met een rode bies voorzien.
Een andere aanpassing was de opbouw van de rangen, die gelijk werden zoals bij de meer bekende 'Fallschirmjager' (parachutisten) eenheden voorzien was. Een soldaat werd dus een 'Jager' genoemd. Einde 1942 werden ook voor het eerst de specifieke Felddivision camouflage jassen (M1942) uitgereikt, om de eenheden minder herkenbaar te maken in het veld, omdat het grijsblauw nogal opviel. Voorzien van het 'Splittertarn B' camouflage motief.
Alle
eenheden binnen het bestaande Luftwaffe apparaat werden doorgelicht,
ingekrimpt en sommige van de Flieger Regimenten werd geheel opgeheven.
Al het als 'overbodig'
gezien personeel: monteurs, magazijnkrachten, administratief personeel werd ingedeeld
en doorverwezen naar de nieuwe Felddivisionen. Wapens en munitie
moesten daarbij allemaal door het Heer geleverd worden. Vele van
de Felddivisionen kregen dan ook vaak (verouderde) vijandelijk buitgemaakte zwaardere
wapens, hadden weinig voertuigen, gebruikte men nog veel paarden en karren.
Hoewel Göring 'zijn'.. Felddivisionen alleen wilde inzetten als reserve en stationaire eenheden, gingen de meeste gelijk toch door naar het Oostfront. Voorzien met onvoldoende getrainde soldaten, met een gemiddelde leeftijd hoger dan bij het Heer, een veel te weinig aan zware wapens en ook kleiner qua aantal manschappen in vergelijking met een standaard Heer divisie, leden ze uiteraard gevoelige verliezen. Van de 250.000 mannen waren er na een jaar al 90.000 gevallen, vermist of gewond geraakt.
De meeste
vochten aan het Oostfront, een aantal ook aan het Westfront. Deze waren
gelegerd in Nederland, België en in Noord Frankrijk aan de kusten toen D day losbarstte in
juni 1944. Daarnaast een tweetal divisies ingezet in Italië en later weer terug
getrokken. Een andere divisie in Noorwegen werd nooit ingezet.
Sterkte ongeveer 12.500 man
(Juni 1944)
Werd ook opgericht eind 1942, de meeste mannen kwamen van het 'Fliegerregiment 52' af. Begin 1943 werd de divisie opgesteld in Rochefort (Frankrijk), vanaf April dat jaar verplaatst naar bunker stellingen bij Duinkerken (onderdeel van de Atlantik Wall), waarbij het het 282ste infanterie divisie verving . Het HQ werd gestationeerd in Brugge (België), andere hoofdposten in Gravelines (Frankrijk) en Coudekerque (Frankrijk).
Vanaf november 1943 ging de divisie over naar de Wehrmacht, werd aangevuld met een extra Jager regiment, maar elke Jager divisie werd wel weer gekrompen van drie naar twee bataljons per regiment.
De divisie was nog steeds op deze locaties gelegerd toen D-Day losbarstte in begin Juni 1944.
Begin
Augustus 1944 toen de Geallieerden eindelijk aan hun doorstoot begonnen richting Parijs
werd de divisie vanuit de regio Duinkerken her gepositioneerd binnen de regio
Amiens (bij Mantes) aan de bekende Seine rivier. In de Mantes sector moest de divise de
oprukkende Amerikaanse eenheden zo lang als mogelijk tegenhouden bij de rivier en eventueel
bij een oversteek terugdringen tot achter de rivier.
Voor het gehele verslag (geschreven in het Engels) klik HIER
Na de ontsnapping uit de 'Mons pocket' in Frankrijk in september 1944 trokken de resten van de zwaar gehavende divisie zich terug tot in België, na een mars van 17 dagen voornamelijk te voet. Een groot deel van het HQ van de divisie wist daarbij ook te ontsnappen. Een adempauze zat er echter niet in..
De mannen werden kort erna terug geplaatst in een nieuw opgerichte "Volksgrenadier Divisie'. Opgesteld in Denemarken (Oksböl) en het voormalige HQ overgeplaatst binnen deze nieuwe divisie.
Het in opbouw zijnde 571. Volksgrenadier Division (sinds eind augustus 1944) werd eind september hernoemd tot het 18. Volksgrenadier Division'. Deze nieuwe divisie bestond uit een 3000 soldaten van het voormalige 18. Luftwaffe Felddivision.
Toegevoegd werden
soldaten voornamelijk uit de Kriegsmarine
(matrozen) en andere takken van de Luftwaffe, bijna allemaal onervaren non combat soldaten.
Volksgrenadier eenheden waren voornamelijk afgematte infanterie eenheden die vanaf juli 1944 uit Normandië of het Oostfront waren terugtrokken en werden aangevuld met verse troepen door 'Heeresgruppe Mitte', uit allerlei legerbestanden (Luftwaffe personeel, Kriegsmarine matrozen enz enz.).
De
benaming 'Volks' moest een link leggen tussen Wehrmacht en het Duitse
volk, pure propaganda middelen.
Deze nieuwe divisie bleef in
Denemarken tot midden oktober, toen was de divisie voldoende aangevuld.
De divisie had meer paarden met kar dan
motorvoertuigen, het ontbrak aan veel zware wapens en er werden slechts 2
Stug tanks toegevoegd.
Midden oktober werd de
eenheden verplaatst naar de Eifel (om deel te nemen aan het Ardennen
offensief), gelegerd in de regio
Prüm. Tijdens hun verblijf op de Eifel werden nog altijd nieuwe troepen toegevoegd en kreeg men combat trainingen.
Op een koude 16 december 1944 trokken eenheden (zogenaamde 'Stosstrupps') van de divisie voor het eerst in de strijd. Om 4 uur in de morgen in het pikkedonker, door sneeuw, zonder enige artillerie ondersteuning en amper voorzien met witte camouflage.
Het doel was om de omgeving van het belangrijke stadje St.Vith te verkennen en reeds posities in te nemen in de nabije omgeving ervan. Deze acties verliepen voorspoedig maar het
wegen netwerk richting St.Vith raakte snel overbelast door de vele
troepen die zich er moesten positioneren voor de hoofdaanval.
Extra vermeld wordt nog de ergernis van
Wehrmacht officieren op SS eenheden; die geen commando's wilden aannemen
van Heer officieren. Pas op 20 december waren alle eenheden voor de
directe aanval op St.Vith op hun gewenste posities en werd de aanval ingezet na een flinke artillerie barrage.
Boven verwachtingen lukte het de divisie in samenwerking met het 62. Volksgrenadier Division en (het goed van materiaal voorziene) 'Führer-Begleit-Brigade' om door de US verdedigingen te breken en deze te omcirkelen.
De divisie nam hierbij een
ongelooflijk aantal van 7000-8000 US (meestal ook onervaren) soldaten
gevangen en namen St.Vith in, in de nacht van 21 december 1944
Na
deze geslaagde operatie moest het 18. Volksgrenadier Division het 1st Panzer SS Division aflossen in de regio Houvegnez, dit lukte hun op 28
december en ze bouwden er hun stellingen uit ter verdediging.
Op 6 januari 1945 werden hun linies doorbroken op de linkse flank, midden januari was de eenheid volledig uitgeput en bestond eigenlijk niet meer, er waren nog maar ongeveer 50 soldaten overgebleven ter grootte van een peloton dus.
Na enige versterkingen trokken de laatste soldaten zich terug naar Duits grondgebied. Degene die met veel moeite de hel van Normandië hadden overleefd, vonden alsnog hun einde in de sneeuw van de Ardennen..
Source (Bundesarchive).
De Luftwaffe Felddivision eenheden zijn eigenlijk na ww2 een snel vergeten onderwerp geworden. Waarschijnlijk omdat de eenheden snel opgericht werden halverwege de oorlog en de meeste richting einde oorlog al vernietigd waren, de overlevenden opgenomen in andere eenheden zoals de 'Volksgrenadier' divisies of zogenaamde 'Kampfgruppen', een mix aan resten van eenheden.
Ook hebben ze door hun achtergrond niet de cool factor, bij voorbaat hadden de soldaten weinig kansen gezien het ontbreken van enige infanterie en combat ervaring. In Rusland werden de divisies in tijd van weken vaak bijna geheel vernietigd, meestal door de onervarenheid als infanterie, dit wordt ook geuit door sommige veteranen die contact hadden met soldaten uit de divisies.
Er zijn weinig boeken verschenen over dit onderwerp, degene die momenteel verkrijgbaar zijn worden hier kort opgesomd.
- Die Deutschen Luftwaffe Felddivisionen 1941 - 1945 (Werner Haupt, Duits geschreven)
- Vom Kessel von Oranienbaum bis zu den Endkämpfen in Ostpreußen (Ferdinand Muller, Duits geschreven)
- Luftwaffe Field Divisions 1941 - 1945 (Kevon Conley Ruffner, Engels geschreven)
-
Luftwaffe Flak and Field Divisions 1939-1945 (Images of War) (Hans Seidler, Engels geschreven)
-
Goering's Grenadiers: The Luftwaffe Field Divisions, 1942-1945 (Antonio J Munoz, Engels geschreven)